Een onverwachte winnaar

Als je in de afmattende langeafstandsrally van Parijs naar Dakar een auto inzet die al drie jaar niet meer in productie is, dan ben je werkelijk overtuigd van de kwaliteit van je product. En als je daarmee dan ook nog de overwinning in je klasse behaalt is dat niet minder dan sensationeel. Dit verhaal is geen fantasie maar het resultaat van de inspanningen van het Volvo fabrieksteam in 1983.

Aan de basis van dit sportieve succes stond de Volvo C-303 – de vierwielaangedreven tweeasser uit de C-300 familie, die zijn oorsprong vond in de late jaren ’60. Vanaf het begin van de fabricage in 1974 tot aan het einde daarvan in 1980 verlieten bijna 8.000 Volvo C-303’s de productielijn in Zweden.

Op 20 januari 1983 meldden de internationale persbureaus dat in de klasse van “lichte vrachtauto’s tot 10 ton” in de Rallye Parijs-Dakar het Zweedse fabrieksteam met o.a. rijder Hasse Henriksson, bijrijder Sture Bernhardsson en monteur John Granäng als eerste de finish in Dakar had bereikt. In het eindklassement, tussen alle andere deelnemers, behaalde het trio de twintigste plaats en zij eindigden als tweede van alle vrachtauto’s. Dit resultaat kon in die dagen niet hoog genoeg worden ingeschat want de langeafstandsrit op het Afrikaanse continent ging dat jaar voor de eerste keer dwars door de bijna eindeloze en gevreesde Ténéré woestijn. De winnende Volvo kwam in hoge mate overeen met de modellen uit de serieproductie die drie jaar daarvoor beëindigd was. Toegevoegd waren slechts een benzinetank van 300 liter, een over de volle lengte van de carrosserie gelaste rolbeugel en een tweetal schijnwerpers. De motor werd voor de gelegenheid afgesteld voor gebruik van benzine met een laag octaangehalte en in de cockpit werden een paar extra meters aangebracht – meer wijzigingen waren er niet.